Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tapijt

betekenis & definitie

(<Ofr.<Gr.-Lat.), o. (-en),

1. geweven of geknoopt kleed, meest in verschillende kleuren, met ingewerkte patronen of voorstellingen, dat als bedekking en tot verfraaiing dient; inz. zulk een vloerkleed: een Smyrnaas tapijt; — als kamerbehangsel: de wanden waren met tapijten behangen; — (fig.) het groene tapijt der weiden.
2. tafelkleed, alleen in: iets op het tapijt brengen, ter tafel, te berde, ter sprake brengen.