Wat is de betekenis van Tapijt?

1) (1990+) (inf.) lang nekhaar. • Tapijt: lang nekhaar bij Johnnies. (Kurt de Gendt: Studentenboek 1992-1993) 2) (1984) (inf.) (verkleinvorm) schaamhaar; vrouwelijk geslachtsdeel. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)

tapijt - Zelfstandignaamwoord 1. kleed, vloerkleed

Tapijt - iets onder het tapijt vegen: in de doofpot stoppen. Iets is van het tapijt verdwenen: gezegd van een mening of kwestie die niet langer in de belangstelling staat.

tapijt - zelfstandig naamwoord uitspraak: ta-pijt 1. kleed voor op de vloer ♢ doe je schoenen uit, we hebben pas nieuw tapijt Zelfstandig naamwoord: ta-pijt het tapijt de tapijten...

zie vast.

Wordt er een tapijt in een droom uitgerold, dan wil men in de waaktoestand met beide benen op de grond blijven staan men wil niets veranderen maar van de huidige levenssituatie genieten. Wie een tapijt reinigt, zou een zwak punt in z’n privé-leven moeten opsporen en er iets tegen moeten ondernemen.

1. In: onder het tapijt vegen. Trachten een kwestie in de politieke vergetelheid te brengen. 2. In: iets is van het tapijt verdwenen. Een mening die men niet langer deelt of een kwestie die niet meer aan de orde is of in de belangstelling staat.

vloerkleed. De gewoonte om op de vloer een kleed neer te leggen, hebben de kruisvaarders mee naar Europa gebracht. In de christelijke kerken werden ze gebruikt als wandversiering. Kostbare tapijten komen nog steeds uit de landen van het Midden-Oosten; zij zijn uit zuivere wol geweven. Van de ingevoerde tapijten zijn de perzen het kostbaarst en duur...

In de gemeenz. spreekt, ook in toep. een (vloer)kleed(je), een karpet of een mat (bijv. in een badkamer), een tafelkleed(je) enz. (als gall.); - in de verb. vast tapijt, vaste vloerbedekking (ter vert. van fr. tapis plain). Badkamertoebehoren ... . Anti-slip tapijtjes in aangepaste kleuren, Uit een reclamefolder najaar 1976....