Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SPREIDING

betekenis & definitie

v.,

1. het spreiden: bij spreiding van de benen.

2. omstandigheid dat of mate waarin bepaalde zaken zich uitspreiden of verspreiden; (zeew.) de spreiding van de hoofdtouwen langs het boord.

3. (bij het schieten) verdeling der schoten die uit een vuurmond met dezelfde gegevens worden afgeschoten; — gelijkmatige verdeling over een tijdsverloop of over een ruimte: de moderne oorlog maakt spreiding van de industriële centra nodig; vgl. vacantiespreiding.

4. losliggende laag van gespreide materialen; een spreiding bladriet.

< >