v.,
1. het spreiden: bij spreiding van de benen.
2. omstandigheid dat of mate waarin bepaalde zaken zich uitspreiden of verspreiden; (zeew.) de spreiding van de hoofdtouwen langs het boord.
3. (bij het schieten) verdeling der schoten die uit een vuurmond met dezelfde gegevens worden afgeschoten; — gelijkmatige verdeling over een tijdsverloop of over een ruimte: de moderne oorlog maakt spreiding van de industriële centra nodig; vgl. vacantiespreiding.
4. losliggende laag van gespreide materialen; een spreiding bladriet.