Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SPION

betekenis & definitie

I. m. (-nen), iem. die heimelijk waarnemingen doet ten behoeve van een derde; bep. die daarbij zijn rol ontveinst of verraderlijk optreedt, en in ’t bijz. met betr. tot waarnemingen van militaire aard.

II. m. (-nen), patrijshond, hond die kort onder het geweer jaagt, en voor het wild tekent zonder te staan.

< >