Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SMAKELIJK

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. goed smakend (iets zwakker dan lekker): een smakelijk gerecht;.— zodat het goed smaakt: dat is smakelijk klaargemaakt; het ziet er smakelijk uit, zo dat het gretig maakt;
2. aantrekkelijk, aangenaam, begeerlijk: dat meisje ziet er smakelijk uit; een smakelijke zoen ; — (iem.) iets smakelijk maken, het (voor hem) aannemelijk of aanlokkelijk maken : zij weet het hem zó smakelijk te maken, dat hij wel zal toehappen;
3. met smaak, met eetlust: eet smakelijk! beleefdheidsuitdrukking vóór den eten;
4. met welbehagen: smakelijk vertellen, lachen; smakelijk een sigaar roken,