v. (...zen), zekere sluis tot afsluiting van droogdokken, ook wel in zeer brede kanalen. De opening is trapeziumvormig en de afsluiting geschiedt door een schipdeur, welke met een of twee kielen in een sponning in de sluis sluit.
De sluis opent men door de schipdeur, die met water gevuld is, leeg te pompen, waardoor zij rijst en uitgevaren kan worden. Moet men de sluis sluiten, dan brengt men de schipdeur boven de sponningen en ballast haar met water. De voordelen er van zijn: 1°. de sluis kan zeer kort zijn; 2°. de deur kan van beide zijden water keren; 3°. de sluisvloer kan gewelfd en daardoor veel sterker zijn.