o. (-s),
1. slechte soort van inlandse tabak: zandgoed en pluksel;
2. linnen of katoen, tot draden uitgehaald (vroeger gebruikt als verbandmiddel); — Engels pluksel, gebleekt linnen weefsel bij wondbehandeling gebruikt, dat aan de éne zijde pluizig en aan de andere glad is: op de pluiskant van het Engelse pluksel wordt zalf gesmeerd.