I. o. [(-s), in de betekenis van stukken linnen of soorten van linnen]
1. weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd, lijnwaad : Vlaams, Hollands linnen ; is dat linnen? ; een stuk linnen ; een boek in linnen gebonden ; — (boekb.) heel linnen, (band die) geheel met linnen bespannen (is);
2. linnengoed: ruw, wit, fijn linnen ; — vuil linnen.
II. bn.,
1. van vlas of hennep vervaardigd: linnen garen;
2. met garen van vlas of hennep geweven : linnen stoffen, lapjes, ondergoed;
3. vervaardigd van stof als onder 2. genoemd : een linnen band (boekband); — het linnen venster, het filmdoek.