m. (-s), PLAATSVERVANGSTER, v. (-s),
1. die een anders taak vervult, deze voor hem waarneemt ; inz. die bij ontstentenis van iemand diens werkzaamheden waarneemt : de rechter-plaatsvervanger;
2. opvolger;
3. (eert., mil.) remplaçant: een plaatsvervanger stellen.