Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Phase

betekenis & definitie

(Fr.), v. (-s, -n),

1. schijngestalte van maan of planeten;
2. tijdperk of tijdelijke toestand in de ontwikkeling van iets: de ziekte is een nieuwe phase ingetreden;
3. (nat.) elke bijzondere stand of waarde in een terugkerende opvolging van bewegingen of veranderingen; (electr.) elk der opeenvolgende toestanden van sterkte-verandering bij wisselstromen.

< >