Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Pensioen

betekenis & definitie

(<Fr.),o.(-en), periodieke uitkering die iem. ontvangt, omdat hij of een aangewezen familielid vroeger gedurende een zekere tijd een betrekking heeft vervuld: recht op pensioen hebben; pensioen krijgen; onder genot van pensioen; militaire, burgerlijke en Indische pensioenen; — op pensioen gesteld worden, uit de dienst ontslagen worden met genot van pensioen; — voor zijn pensioen storten, een deel van zijn jaarwedde afstaan ten bate van het pensioenfonds, om later recht op pensioen te hebben.