Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Parool

betekenis & definitie

(<Fr.), o. (...rolen),

1. (mil.) erewoord, inz. de verzekering gegeven door een krijgsgevangene dat hij niet zal trachten te ontsnappen of, vrijgelaten, zich aan de gestelde voorwaarden zal houden: de krijgsgevangene werd op parool losgelaten;
2. (mil.) wachtwoord : het parool geven, ontvangen;
3. (oneig.) leus: Luther gaf aan de ridders het parool om de boeren dood te slaan.

< >