Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overgaar

betekenis & definitie

bn. bw.,

1. (van spijzen) te veel gekookt, gestoofd enz.: dat vlees is overgaar, het valt uit elkander;
2. (van andere zaken) overgaar koper, koper dat door aanwezigheid van koolstof een glinsterende, grofgetande breuk vertoont, en daardoor vaak roodbros is.

< >