Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opdonderen

betekenis & definitie

(donderde op, is enh. opgedonderd),

1. uitbulderen, uitbazuinen: redenaars die, als de zee, tegen de orkaan een grimmig antwoord durven opdonderen (Potgieter);
2. ruw woord voor weggaan, uitrukken, zich wegpakken: hij kan voor mijn part opdonderen;
3. (vero., dicht.) onverwacht naar boven, te voorschijn komen: uit ’s aardrijks vuurkolk opgedonderd (Ten Kate).