Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ontlasting

betekenis & definitie

v., (in ’t alg.) handeling of daad van ontlasten; de ontlasting van een polderboezem, de verwijdering van het overtollige water.

2. (in ’t bijz.) gehele of gedeeltelijke verlichting of ontheffing, inz. met betrekking tot verschuldigde gelden.
3. verlichting: ontlasting van het gemoed.
4. verwijdering van een bezwarende inhoud: de ontlasting van de afgang.
5. (vand.) uitwerpselen: weke, bloedige ontlasting.