Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Netten

betekenis & definitie

I. (nette, heeft genet), natmaken, bevochtigen ; (dicht.) de wangen met tranen netten; de lippen netten ; — (Zuidn.) brood netten, het deeg met koffie of een ander vocht bestrijken om een bruine korst te verkrijgen.

II. (nette, heeft genet), (veroud.) reinigen, schoonmaken.

< >