Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kroniek

betekenis & definitie

(<Lat.-Gr.), v. (-en),

1. verhaal van gedenkwaardige gebeurtenissen, in tijdsorde gerangschikt, doch zonder onderlinge samenhang, jaarboek; ook het boek dat zulk een verhaal bevat: de kroniek van Egmondt van Beka; een gedrukte kroniek met houtsneden; — als eigennaam: Kronieken, de Boeken der Kronieken, twee boeken van het O.T. die hoofdz. de geschiedenis van David en Salomo en van het rijk Juda bevatten; — (fig.) de kronieken, ’s lands kronieken en derg., de geschiedenis ; — (gemeenz.) de kroniek der stad, een wandelende kroniek, persoon die al het nieuws van de stad weet;
2. titel van een rubriek of reeks van artikelen in krant of tijdschrift waarin de gebeurtenissen, verschenen boeken enz. betreffende zeker gebied of vak behandeld worden: financiële, letterkundige kroniek; modekroniek.