Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Courant

betekenis & definitie

(<Fr.),

I. bn. (-er, -st),
1. gangbaar, in omloop (van muntspeciën en effecten); — courante schulden, kleine lopende schulden; — courante waren, artikeleny geregeld gevraagde die daarom in voorraad gemaakt, worden.

II. zn.,

1. o., gangbaar, wettig betaalmiddel, munt: prijzen in Nederl. courant.
2. v. (-en), nieuwsblad, dagblad, krant (zie ald.); (fig.) die vrouw is een wandelende courant, zij weet en vertelt al de nieuwtjes van de stad.