bn. (...lozer, -t),
1. zonder kracht (physiek of moreel), zwak: krachteloos op het ziekbed liggen ; een krachteloze grijsaard ; met krachteloze stem ;
2.zonder uitwerking ;
3. zonder vermogen om gevolgen in het leven te roepen, niet geldig : die bepaling is onwettig en bijgevolg krachteloos.