Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Physiek

betekenis & definitie

(<Fr.<Gr'),

I. bn. bw.,
1. van, betreffende de natuur: physieke oorzaken; dat is physiek onmogelijk;
2. lichamelijk: zijn physieke krachten; (rechtst.) een physiek persoon, een natuurlijk persoon (tegenover een rechtspersoon);

II. zn. o., g. mv., natuurlijke gesteldheid van iemands lichaam, zijn lichamelijke eigenschappen en krachten: een ijzersterk physiek.