Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Inbinden

betekenis & definitie

(bond in, heeft ingebonden),

1. door middel van een band of snoer met iets omgeven: jonge bomen in stro inbinden; — 2. (zeew.) (blokken en kousen) door middel van een bindsel bevestigen; — (een reef in een zeil) ophalen, innemen; ook fig. ;
3. (fig.) bedwingen, beteugelen: men moet zijn driften wat inbinden; — (schijnb. onoverg.) hij zal moeten inbinden, een minder hoog woord voeren, een lagere toon aanslaan, bakzeil halen ; zich inbinden, (w. g.) zich matigen, zich inhouden ;
4. de vellen of bladen van een boek tot een geheel binden en er een band om leggen : een ingenaaid bock laten inbinden.