Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ijver

betekenis & definitie

m.,

1. sterke aandrift (bij de behartiging van iets), hevig gevoel (voor iets), geestdrift, werkzame liefde (voor een denkbeeld of beginsel) : ijver voor volk en vaderland, voor de godsdienst; blinde ijver; een zaak met ijver doorzetten ;
2. toewijding aan enige arbeid, toegewijde vlijt: de ijver der leerlingen valt te prijzen; met ijver aan iets werken ; met ijver en vlijt.