Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Homogeen

betekenis & definitie

(<Gr.), bn., gelijkslachtig, van dezelfde aard of samenstelling : een homogene massa, waarin geen afzonderlijke stukken of bestanddelen te onderscheiden zijn; — (wisk.) homogene grootheden, die door dezelfde eenheid gemeten kunnen worden; — (nat.) homogeen licht, licht dat door het prisma niet verder gesplitst kan worden en geen spectrum met kleuren geeft; — een homogeen ministerie, dat één is in politieke denkwijze.