Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Holte

betekenis & definitie

v. (-n),

1. ledige ruimte binnen in iets, holligheid : de holte van een boom ; (in gietwerk) blaas: wat zijn er een holten in dat ijzer ;
2. uitholling ; kom waarin iets rust: de holte onder de arm ; de holte der hersenen; vgl. oog-, buik-, borstholte enz. ; — de holte der hand„ de holle binnenkant; de holte der wazig, het kuiltje;
3. (scheepst.) de holte van een schip, de diepte ;
4. boogvormige insnijding; in ’t bijz. in het staande lijk van een marszeil.