Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Fistel

betekenis & definitie

v. (-s), (heelk.) onnatuurlijk kanaal dat aan de huidoppervlakte of in een inwendige lichaamsholte uitmondt en waardoor zich etter of andere stoffen ontlasten ; (ook) kunstmatige etterafleider; blinde fistels hebben slechts één opening; volkomen fistels hebben er twee.

< >