(<Fr.), v. (-en),
1. ligging buiten het middelpunt, afstand van draaipunt tot middelpunt;
2. (in een ellips) de halve afstand der brandpunten: (ook) de brandpuntsafstand gedeeld door de grote as;
3. (fig.) zonderlingheid, buitenissigheid, afwijkende eigenaardigheid, neiging zich op opvallende of grillige wijze te gedragen.