Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie O
- Onderverhuren
- Onderverhuring
- Onderverhuurder
- Onderverzekerd
- Onderverzekering
- Ondervest
- Ondervinden
- Ondervlak
- Ondervloeien
- Ondervloer
- Ondervoed
- Ondervoeding
- Ondervoegen
- Ondervoorzitster
- Ondervoorzitter
- Ondervraagster
- Ondervragen
- Ondervrager
- Ondervraging
- Ondervrijen
- Ondervrucht
- Onderwal
- Onderwant
- Onderwater
- Onderwatergedeelte
- Onderwaterzetting
- Onderweg
- Onderwelven
- Onderwelving
- Onderwereld
- Onderwerk
- Onderwerken
- Onderwerp
- Onderwerpelijk
- Onderwerpen
- Onderwerping
- Onderwerpszin
- Onderwicht
- Onderwichtig
- Onderwijl
- Onderwijs
- Onderwijsaangelegenheid
- Onderwijsbevoegdheid
- Onderwijsfilm
- Onderwijsinrichting
- Onderwijskracht
- Onderwijskwestie
- Onderwijsman
- Onderwijsmethode
- Onderwijsraad
- Onderwijsregeling
- Onderwijsuitgaven
- Onderwijswet
- Onderwijszaken
- Onderwijzen
- Onderwijzer
- Onderwijzeres
- Onderwijzersakte
- Onderwijzersbond
- Onderwijzerscorps
- Onderwijzersexamen
- Onderwijzersgenootschap
- Onderwijzersnood
- Onderwijzersrang
- Onderwijzerstraktement
- Onderwijzing
- Onderwind
- Onderwinden, zich
- Onderwonen
- Onderworpeling
- Onderworpen
- Onderworpenheid
- Onderzaaien
- Onderzaaiing
- Onderzaal
- Onderzaat
- Onderzeeboot
- Onderzeeër
- Onderzees
- Onderzeil
- Onderzeilkoelte
- Onderzeilsgast
- Onderzetsel
- Onderzetten
- Onderzetter
- Onderzetting
- Onderziel
- Onderzieltje
- Onderzijde
- Onderzinken
- Onderzoek
- Onderzoeken
- Onderzoeker
- Onderzoeksraad
- Onderzoeksrechter
- Onderzoektafel
- Onderzool
- Onderzwachtel
- Onderzwaveligzuur
- Ondeugd