Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dompelaar

betekenis & definitie

m. (-s),

1. duiker (zekere watervogel);
2. grondduiker;
3. (werktuigk.) cylindervormig stuk hout of metaal dat de zuiger in een pomp kan vervangen, ook plunjer geheten;
4. staafje of spiraal waarin een electr. verwarmingselement is opgenomen dat men in een glas of kan met vloeistof zet om deze te verwarmen;
5. o. (Zuidn.) stakker, sukkelaar, sul.

< >