Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Defect

betekenis & definitie

(<Lat.),

I. bn. (-er), beschadigd en daardoor onbruikbaar : de machine, de leiding is defect, er is iets niet in orde, zodat zij niet goed werkt; — (boekdr.) deze letter is defect, is onregelmatig gegoten; — geschonden : het werk is defect, er ontbreken bladen (afleveringen of delen) aan;

II. zn. o. (-en), gebrek, beschadiging aan een machine, een leiding enz.; — (letterg.) defecten, letters die in reserve worden gehouden om als aanvulling te dienen voor speciaal zetsel.

< >