defect
defect - Bijvoeglijk naamwoord 1. kapot, niet werkend ♢ Het defecte apparaat kon niet meer gerepareerd worden. defect - Zelfstandignaamwoord 1. storing, beschadiging van een apparaat ♢ De defecten werden provisorisch verholpen.
Wiktionary (2019)
defect - Bijvoeglijk naamwoord 1. kapot, niet werkend ♢ Het defecte apparaat kon niet meer gerepareerd worden. defect - Zelfstandignaamwoord 1. storing, beschadiging van een apparaat ♢ De defecten werden provisorisch verholpen.
Muiswerk Educatief (2017)
defect - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: de-fect 1. niet meer werkend ♢ dit apparaat is defect 1. defect raken [kapot gaan] Bijvoeglijk naamwoord: de-fect ...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
1. vitium, het ontbreken van iets, hetzij aangeboren of door operatieve verwijdering; 2. een vullingsdefect op een, met behulp van contrastmiddelen gemaakte röntgenfoto vaak de aanduiding van een afwijking (gezwel, kramp of vreemd voorwerp).
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), I. bn. (-er), beschadigd en daardoor onbruikbaar : de machine, de leiding is defect, er is iets niet in orde, zodat zij niet goed werkt; — (boekdr.) deze letter is defect, is onregelmatig gegoten; — geschonden : het werk is defect, er ontbreken bladen (afleveringen of delen) aan; II. zn. o. (-en), gebre...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: