Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bederf

betekenis & definitie

o., g.mv.,

1. (vero. en Zuidn.) ondergang, verderf: dat zal op zijn bederf uitlopen ;
2. (van organische stoffen) ontbinding, verrotting : aan bederf onderhevig ; — hij zal wel zorgen, dat er het bederf niet in komt, hij maakt er een ruim gebruik van ; — (oneig.) oorzaak van ontbinding enz. : hij heeft het bederf in zijn bloed ;
3. het ontaarden, het slechter worden of maken: het bederf der zeden ; — die jongen is een bederf voor de school, maakt zijn schoolkameraden slecht.