Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Attribuut

betekenis & definitie

(<Lat.), o. (...buten),

1. tot het wezen behorende eigenschap: het streven naar waarheid is een attribuut van de mens; — de goddelijke attributen, eigenschappen van God;
2. zinnebeeldig kenteken: het zwaard en de weegschaal zijn de attributen der Gerechtigheid;
3. (taalk.) bijvoeglijke bepaling;
4. (gemeenz.) dat behoort niet tot mijn attributen, tot de zaken waarmee ik me heb te bemoeien.