Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Streven

betekenis & definitie

I. STREVEN

(streefde, heeft gestreefd), (onoverg., werkw.)

1. voortgaan, t.w. met kracht, met ijver en inz van oneig. beweging: iem. op zijde streven, evenaren, bijna de gelijke van hem zijn ; te boven streven, te boven gaan, niet te evenaren zijn door; voorwaarts streven;
2. zich beijveren, zijn best doen: naar iets streven, het zich ten doel stellen; er zijn best voor doen.

II. STREVEN

o.,
1. het ijverig bezig zijn voor een doel, verder liggend dan voorziening in de eigen dagelijkse behoeften : een onafgebroken streven;
2. datgene waarvoor iem. zich beijvert: hij slaagde spoedig in zijn streven.