I. bn. (onverbogen) en onbep. telw. (thans als germ. gevoeld), van alle soort, van zeer verschillende soorten: mensen van allerhande staat: zij schaften allerhande misbruiken af; — op allerhande wijzen, op de meest verschillende manieren; (tautologisch) gerechten van allerhande soort;
II. zn. o. (-s), zekere soort van koekjes, kleingoed.