v. (-en),
1. (w. g.) de daad van afmeten:bij de afmeting bleek, dat het stuk linnen twee meter te kort was ;
2. lengtemaat in een der hoofdrichtingen; in het mv. : lengte, breedte en hoogte : de afmetingen van de kamer zijn 6 bij 5 bij 4 m ; een standbeeld van. reusachtige afmetingen; de afmetingen van het tentoonstellingsgebouw overtreffen de stoutste verwachting;
3. (meetk.) hoofdrichting waarin een uitgebreidheid zich. uitstrekt, dimensie: een lijn heeft één afmeting, een vlak heeft er twee en een lichaam drie.