Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Administratief

betekenis & definitie

(<Fr.),

I. bn.,
1. wat op de of een administratie betrekking heeft; — administratieve betrekking, bezigheden, waarin of waarbij men zich met administratie belast; — een administratief persoon, persoon met de administratie belast, of die in staat is de administratie te voeren;
2. het administratief recht, recht dat de verhouding tussen regering en onderdanen, staatsgezag en geregeerden regelt, de wetten waaraan de overheid bij haar optreden tegenover de burgers gebonden is; — administratieve rechtspraak, de beslissing van geschillen uit het adm. recht voortspruitende, b.v. of een adm. maatregel al of niet terecht is genomen; — de administratieve macht, in tegenstelling met de rechterlijke macht;

II. bw., b.v. in administratief onderlegd. ADMINISTRATIEFRECHTELIJK, bn., betrekking hebbend op het administratief recht.

< >