Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Belast

betekenis & definitie

bn.,

1. met een last bezwaard: een zwaar belaste wagen; — belast en beladen, zwaar bepakt; oneig.: komt herwaarts tot mij allen die vermoeid en belast zijt (Matth. 11: 28), gedrukt door de zonde en het leed om de zonde.
2. (fig.) belast zijn met —, als toegewezen taak hebben: hij is belast met de uitvoering.
3. door overerving behept met ongewenste eigenschappen, inz. op psychisch gebied: erfelijk belast zijn.