ABRAM, stamvader der Hebreën; — (zegsw.) hij rust aan Abrahams borst, zit in Abrahams schoot, hij heeft een rustig, aangenaam leven, een kostelijke plaats, is zonder zorg, buiten schot; — hij speelt Abrammetje, hij tracht zich te redden door de halve waarheid te zeggen; — hij heeft Abram gezien, hij is al 50 jaar oud; (ook) hij is gestorven; — (spr.) hij weet waar Abram de mosterd haalt, hij is op de hoogte, weet er alles van.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk