(koppelde aan, heeft aangekoppeld),
1. (dieren) door middel van een koppel aan elkander vastbinden: de jachthonden aankoppelen;
2. door in elkaar sluitende delen verbinden: spoorwagons aankoppelen ;
3. (delen ener machine) met een bewegend deel verbinden om ze zo mede in beweging te brengen, inschakelen.