Gepubliceerd op 21-06-2017

Wezenloos

betekenis & definitie

1. doe niet zo-, doe nu niet alsof je het niet begrijpt. Informele uitdr.

2. - zijn van iets/iemand, gek, dol zijn op iets, iemand. Deze uitdr. is vooral populair onder hedendaagse jongeren. In Onze Taal van novem- ber/december 1970 werd wezenloos opgegeven als tienerwoord van vroeger (jaren zestig?). Syn. zijn: enig, fantastisch, meesterlijk.

Ook Anja was helemaal wezenloos van diezelfde bikini, hoewel ze eigenlijk van plan was om een ruimvallende trui te gaan kopen. (Top 10,31/05/88) ‘Want weet je,’ zegt de directeur van het consul- tancykantoor in Amsterdam vertrouwelijk, ‘die Chinezen zijn helemaal wezenloos van Ajax. PSV ligt daar niet zo lekker. Eigenlijk jammer natuurlijk, want dan zou Philips het kunnen betalen.’ (Vrij Nederland, 03/06/95)