Gepubliceerd op 21-06-2017

Vol

betekenis & definitie

1. de -le mep, het hele bedrag. Informele uitdr. We betalen, anders dan bij boeken, voor video’s de volle mep. (Nieuwe Revu, 24/02/96)

2. -le bak rijden, erg snel rijden (fietsen); het uiterste van zichzelf vergen; alles uit de kast halen. Deze uitdr. is vooral geliefd onder wielrenners.

Het was afwachten. Eerst waren er elf weg en daar zat geen PDM-er bij. Die ploeg heeft toen volle bak gereden, geholpen door eerst Phil Anderson en later Dag-Otto Lauritzen. (Nieuwe Revu, 09/05/91)