Spreekwoorden zoeken

Spreekwoorden 'Mud vol zijn'

Mud vol zijn

Volkomen vol zijn. Soortgelijke uitdrukkingen zijn: tjokvol, eivol, propvol e.d. Vgl. Westerbaen, 1,525, waar een dominee zegt

Nolens volens

Deze Lat. uitdrukking betekent eigenlijk: niet willende - wel willende; met of tegen iemands zin, goed- of kwaadschiks. Eigenlijk: niet zó goed zijn of het moet toch gebeuren

Een vollemaansgezicht

Een rond, bol, glad gezicht

Iemand vol pompen

Figuurlijk doet men dit met: eten, kennis, wijsheid e.d. Vgl. Beets, Hedendaagsche methode

Hij is vol

Hij is dronken

Vol bedrog zijn als een ei vol zuivel

Een groot bedrieger zijn

Volgens ooggetuigen

Dwz. volgens degenen die het gezien hebben

Een huis vol kinderen is een korf vol eieren

De opvoeding van de kinderen vereist veel zorg
De opvoeding vereist veel zorg

Iemand voor vol aanzien

Iemand als volwassen beschouwen

Hij is zo vol bedrog als een ei vol zuivel

Hij bedriegt iedereen

Handen vol werk geven

Zeer veel te doen geven, veel drukte veroorzaken

Iets volmondig bekennen

Iets volkomen bekennen. ‘Volmondig’ zal vermoedelijk de tegenstelling vormen van ‘binnensmonds’: weifelend, aarzelend

Ruimschoots voldoende zijn

De ‘schoot’ is dat gedeelte van het zeil, dat de wind opvangt en dat strakker of ruimer gemaakt kan worden. Derhalve: met ruimer schoot, in ruime mate

Hij zit vol krot

Hij heeft veel schulden
Hij zit in de schuld

De kerfstok is vol

De maat is vol, ’t is nu genoeg
De schuld is zeer groot. Figuurlijk: de maat van de zonden, de misslagen, is vol

Een vat vol tegenstrijdigheden

Gezegd van iemand die het steeds met zich zelf oneens is

Iets (volkomen) beamen

‘Beamen', gevormd uit: be-amen. ‘Amen', Hebr. voor: zo zij het, waarlijk. Slotwoord van private en liturgische gebeden. Vgl. ook Heidelbergse catechismus (Zondag 52, antwoord op vraag 129): ‘Amen wil zeggen: het zal waar en zeker zijn. Want mijn gebed is veel zekerder van God verhoord, dan ik in mijn harte gevoel dat ik zulks van Hem begere'. De uitdrukking betekent derhalve: volkomen bevestigen dat iets juist is of juist weergegeven is, ermee instemmen, er zijn goedkeuring aan hechten

Een voldongen feit

‘Feit’ van Fra. : ‘fait’, daad, handeling (van ‘faire’, doen). ‘Voldongen’, van: voldingen, beslissen, ten einde brengen (vgl. : ‘geding’, rechtszaak). Een feit waaraan niets meer te veranderen valt

Volslagen blind zijn

Niets willen zien, volkomen blind zijn voor de gevolgen van een bepaalde daad of zienswijze

Iets volmondig erkennen

Iets volledig, zonder enige terughouding, erkennen. Het beeld ‘volmondig’ is hier wel iets gewrongen. Soortgelijke beelden vinden we in: openhartig, rondborstig, loslippig, stijfhoofdig, hartgrondig e.d

Spreekwoorden

Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.

Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).

Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal

Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren

Alle woorden