Gepubliceerd op 21-06-2017

Vlees

betekenis & definitie

1. in de uitdr. dewegvan alle vlees gaan: eufemisme voor ‘sterven’. Ontleend aan de bijbel. Ook in het Engels: the way of allflesh. Syn. de tol der natuur betalen.

2. even naar het - kijken, eufemistische en/of schertsende uitdr. onder mannen voor ‘even urineren’. Syn. de aardappels afgieten; zijn broer een hand geven/om de nek pakken; zijn zwager een hand geven.
3. in - doen, de prostitutie beoefenen. Deze eufemistische uitdr. dateert uit de 18de eeuw. Syn. negotie drijven; vgl. ook in het leven zitten/ zijn.
3. - zonder beentjes, mannelijk lid. Syn. derde been.