Gepubliceerd op 21-06-2017

Bonk

betekenis & definitie

1. leugens, verzinsels; ook wel ‘grappen, moppen’: bonken vertellen. Al vermeld door Harre-bomée en door Koster Henke. De herkomst van dit Bargoense woord is evenwel onduidelijk.

Ja, daar hoef u nou niet zo’n bezopen gezicht voor te zetten. Ik vertel geen bonken. (A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

2. een - hebben, dronken zijn. Verouderde slanguitdr., o.a. bij Stoett, Huizinga en Harrebomée.