Wat is de betekenis van Bonken?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bonken

(bonkte, heeft gebonkt) I. onoverg. 1. opzettelijk of bij toeval hard tegen iem. of iets aankomen, stoten, beuken: op een deur bonken; — op een piano bonken, zeer hard spelen. 2. (Zuidn.) bikkelen; 3. (veend.) bonk verwerken; (ook) het aangesneden hoge veen tegen de winter met bonkaarde bedekken als middel tegen bevriezen. II....

2025-07-14
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bonken

1) (1935) (Barg.) opscheppen. Afgeleid van bonk (1): leugen, verzinsel. • (J.C. de Buisonjé: Bargoense woordenlijst. 1935) • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974) • (Jan Berns: Hij zeit wat. De Amsterdamse volkstaal. 1993) 2) ( (1977) (inf.) copuleren. Elk werkwoord dat een beweging o...

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bonken

bonken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bonk bonken - Werkwoord 1. (inerg) een dof stotend geluid voortbrengen door hard ergens tegenaan te slaan Geërgerd door het feestgedruis bonkte hij tegen de muren.

2025-07-14
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

bonken

Als de kammen van de wielen niet "op steek staan", d.w.z. wanneer de "hart-op-hartafstand tussen de kammen (of staven), ook wel "steek" genoemd, van een wiel niet exact gelijk is, is dat te horen aan het bonkend en stotend geluid.

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bonken

bonken - regelmatig werkwoord uitspraak: bon-ken 1. er hard op of tegenaan slaan ♢ de boot bonkte tegen de steiger Regelmatig werkwoord: bon-ken ik bonk jij/u bonkt ...

2025-07-14
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

bonken

Neuken, copuleren. Elk werkwoord dat een beweging of handeling uitdrukt kan in principe als eufemisme fungeren voor het beoefenen van de geslachtsdaad. ‘Bonken’ in de betekenis van copuleren werd in 1977 (mogelijk voor het eerst) gebruikt door Van Kooten en De Bie (tijdens een live-optreden van de Klisjeemannetjes in Den Haag). Auteurs zoals Jan Cr...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Bonken

Als de kammen van de wielen niet "op steek staan", d.w.z. wanneer de "hart-op-hart- afstand tussen de kammen (of staven), ook wel "steek" genoemd, van een wiel niet exact gelijk is, is dat te horen aan het bonkend en stotend geluid.