Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Zemelen

betekenis & definitie

Zemelen - Bij de behandeling van gemalen granen, om daaruit het fijnere meel, het bloem, te krijgen, houdt men z. over. Deze z. bevatten bij de naakte korrels, als van rogge en tarwe, alleen het zaadvliesje met de daarbinnen gelegen aleuronlaag en de aan eiwit vrij rijke buitenste lagen van den korrel. Bij haver en gerst komen er ook deelen van den bast der korrels in voor, die veel meer houtvezels bevatten. Het meest van beteekenis zijn tarwe- en roggez.

Bruinbrood wordt gebakken van meel, waarin nog de z. voorkomen en is daarom voor een aantal menschen moeilijk te verteren. De huisdieren verteren de z. uitstekend, en omdat z. rijker aan eiwit en zouten zijn dan bloem, vormen de z. een uitstekend veevoeder. Tarwez. worden vooral gevoerd aan melkkoeien, en wel het meest in de zandstreken in het najaar. Dan toch worden veel knollen gevoerd en daarvan krijgen melk en boter een ongewenschten knollensmaak. Door bijvoeren van tarwez. is van den knollensmaak weinig te merken. Roggez. voert men vooral aan mestvee. Bij het geven van veel z. ontstaan bij de dieren wel eens darmsteenen.