Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Willem lodewijk

betekenis & definitie

Willem lodewijk - graaf van Nassau, geboren in 1560 te Dillenburg, was de oudste zoon van Jan, van Nassau-Dillenburg. Na in 1577 met zijn vader naar de Nederlanden te zijn gegaan, trad hij in 1579 in dienst van W. van Oranje als officier der ruiterij. Van 1580 af streed hij in Friesland tegen de Spanjaarden, die van Groningen en Steenwijk uit onophoudelijk strooptochten deden. In 1584 werd hij door de Friezen benoemd tot Luitenant-Gouverneur in Friesland om na den dood van W. I belast te worden met het civiel en militair gezag van Friesland.

Voor het Hooger Onderwijs zorgde hij door de oprichting van een Hoogeschool te Franeker. Met Maurits nam hij de leiding van het Staatsche leger in handen, waarbij hij voornamelijk zijn gaven op wetenschappelijk-krijgskundig gebied toonde. Zoo heeft hij een belangrijk aandeel gehad aan de veldtochten van 1590-94. Na de inneming van Groningen werd hij stadhouder van Groningen en Drente. Ook aan de veldtochten van de volgende jaren nam hij een werkzaam aandeel. In 1606 volgde hij zijn vader op als graaf van Nassau-Dillenburg, maar heeft zich met het bestuur van dit gewest slechts in zooverre bemoeid, dat hij in Herborn een Universiteit stichtte, hetgeen ook door hem in Groningen geschiedde (1614).Toen tijdens het Twaalfjarig bestand, aan welks totstandkoming hij een werkzaam aandeel had, twisten uitbraken tusschen Remonstranten en Contra-remonstranten schaarde hij zich aan de zijde van de laatsten.

Na de vernietiging der Remonstrantsche partij wilde hij matiging, maar kon in dit opzicht niets van Maurits gedaan krijgen. In 1620 stierf hij te Leeuwarden. Litt.: Ubbo Emmius, De vita et morte Guill. Lud. Com. Nassovii 1621; L. Wagenaar; ’t Leven van Graaf W. Lodewijk.