Dillenburg - stad in den kreits D. van het Pruis, regeeringsdistrict Wiesbaden, in het Westerwoud, aan de Dill, zijriv. van de Lahn, aan de spoorlijn Keulen—Giessen, 230 M. boven de zee; 6600, meest Prot., inw. Evang. kerk met den grafkelder der vorsten van Nassau Dillenburg. Ijzererts, bruinkool en dakleimijnen. Wegens zijn woudrijke omgeving en gezonde lucht is D. een geliefkoosde verblijfplaats.
D. ontstond in het midden der 13e eeuw rondom een burcht van denzelfden naam, nu in puin, op een hoogte boven de stad, de residentie van de Ottonische linie van het huis Nassau. In 1633 werd Willem van Oranje en in 1667 zijn zoon Maurits er geboren. Het slot werd in 1760 door de Franschen ten deele verwoest; te midden der ruïnen werd 1872 — 76 een Gotische toren, ter herinnering aan prins Willem den Zwijger, gebouwd; in dezen toren bevindt zich een historisch museum; de oude linde, waaronder Willem in 1568 een Nederl. deputatie ontving, die hem het stadhouderschap over de Nederlanden opdroeg, bestaat nog. De linie Nassau-Dillenburg stierf in 1739 uit, waarop D. aan de linie Nassau-Dietz kwam. D. werd in 1806 door Napoleon Bij het groothertogdom Berg gevoegd en was hoofdpl. van het dept. v. d. Sieg; in 1815 kwam het aan Nassau, in 1866 aan Pruisen.