Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vergadering

betekenis & definitie

Vergadering - samenkomst ter gemeenschappelijke beraadslaging of handeling. Art. 18 der algemeene beginselen, voorafgaande aan de staatsregeling van 1798 kende allen burgers het recht toe te vergaderen, ter onderlinge voorlichting, ter opwekking van vaderlandsliefde en ter nauwer verbintenis aan de staatsregeling. De volgende grondwetten en ook de voorstellen der Negenmannen zwegen echter over dit recht. In 1848 werd de volgende bepaling in de Grw. opgenomen (art. 10), welke sindsdien ongewijzigd is gebleven: Het recht der ingezetenen tot vereeniging en vergadering wordt erkend.

De wet regelt en beperkt de uitoefening van dat recht in het belang der openbare orde (thans art. 9). Hieraan is uitvoering gegeven bij de wet van 22 Apr. 1855, Stb. 32, laatstel. gew. 15 Apr. 1886, Stb. 64. Volgens haar worden openbare vergaderingen tot gemeenschappelijke beraadslaging in de open lucht niet toegelaten dan op bekomen vergunning van den burgemeester, verleend 5 dagen tevoren; met beroep op den Commissaris der Koningin (art. 18). Tot alle vergaderingen in gebouwen, waarbij het publiek wordt toegelaten, hebben de ambtenaren van algemeene en plaatsel. politie vrijen toegang (art. 19). Behalve voor officieren en onderofficieren in uniform is het dragen van wapenen op openb. vergaderingen verboden (art. 20). Bijeenkomsten ter oefening in den wapenhandel worden op plaatsen, in den regel voor het publiek toegankelijk, of, wanneer zij door meer dan 10 personen worden bijgewoond, niet toegelaten dan met vergunning van den burgemeester evenals in art. 18 (art. 21).

Elke vergadering, waarin de openb. orde wordt gestoord, of tegen de bepalingen der wet wordt gehandeld, moet op vordering der politie terstond uiteengaan (art. 22). Overtreding der artt. 18, 20 en 21 wordt gestraft met boete van ten hoogste f 100 of hechtenis van t. h. 2 maanden (art. 23). Daartegenover stelt art. 143 Sr. strafbaar het door geweld of bedreiging met geweld verhinderen van en art. 144 Sr. het opzettelijk door het verwekken van wanorde of het maken van gedruisch storen van een geoorl. openb. vergadering. — In geval van staat van Beleg worden de bevoegdheden van het burgert, gezag, gegeven in art. 18 en 22 der wet van 1855 opgeheven (art. 24 der wet van 23 Mei 1899, stb. 128, houdende bepalingen ter uitvoering van art. 187 Grw.). Behalve de volgens de Grw. geoorloofde openb. godsdienstoefeningen worden, hetzij in de open lucht, hetzij in gebouwen of besloten plaatsen, alsdan geen openb. vergaderingen van bijzondere personen of openb. bijeenkomsten en geen optochten gehouden dan met schriftel. vergunning van het militair gezag. Deze bepaling geldt ook voor bijeenkomsten om zich in den wapenhandel te oefenen. Aan de vergunningen kunnen voorwaarden worden verbonden (art. 26 dier wet). Zie ook artt. 26 en 27.