Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vereeniging

betekenis & definitie

Vereeniging - Het recht der ingezetenen tot vereeniging en vergadering wordt erkend. De wet regelt de uitoefening van dat recht in het belang der openbare orde. Aldus art. 9 Grw., ingevoegd in 1848 (zie ook VERGADERING). Bedoelde regeling geeft de wet van 22 Apr. 1866, Stb. 32, laatstel. gew. 16 Apr. 1886, Stb. 64.

Krachtens deze is tot oprichting eener ver. geen machtiging noodig (art. 1). Ver., strijdig met de openb. orde, zijn echter verboden (art. 2). Als zoodanig gelden die, welke ten doel hebben 1) ongehoorzaamheid aan of overtreding van de wet of een wettel, verordening ;

2) aanranding of bederf der goede zeden ;
3) stoornis in de uitoefening der rechten van wie het ook zij (art. 3).

Om als rechtspersoon op te treden behoeft een ver. erkenning, bij K. B. indien zij voor minder dan 30 jaar wordt aangegaan, bij de wet bij langeren duur (art. 6). De erkenning geschiedt door goedkeuring van statuten en reglementen, welke doel, grondslagen, werkkring, enz. moeten bevatten (art. 6). Weigering der erkenning bij K. B. geschiedt alleen op gronden, ontleend aan het algem. belang, en moet met redenen omkleed zijn (art. 7). Ook wijziging of verandering der goedgekeurde statuten vereischt goedkeuring (art, 8). De goedgekeurde statuten, wijzigingen of veranderingen worden in de Staatscourant openbaar gemaakt (art. 9). Bij afwijking van de statuten kan de rechter, op vordering van het O. M., vervallenverklaring van de rechtspersoonlijkheid uitspreken (art. 10). Ver. zonder rechtspersoonlijkheid kunnen geen burgerlijke handelingen verrichten. Overeenkomsten namens haar gesloten en goederen namens haar verkregen, worden ten aanzien van derden beschouwd als volgende de personen, die voor de ver. zijn opgetreden, ook dan wanneer zij zich slechts als gemachtigden of beheerders der ver. hebben kenbaar gemaakt (art. 12).

De onderlinge verhouding der leden eener ver. zonder rechtspersoonlijkheid wordt beheerscht door de door hen vastgestelde reglementen en de regelen van het burgerl. recht (art. 13). Voorgaande bepalingen gelden niet voor de burgerl. maatschap of vennootschap, noch voor venn. van koophandel, wederkeerige verzekerings- of waarborgmaatschappijen en reederijen (art, 14). Vreemdelingen, niet ingezetenen des Rijks, kunnen niet zijn leden van staatkundige vereenigingen (art. 16). Overtreding van dit verbod is strafbaar met boete van ten hoogste f 100 of hechtenis van t. h. 2 maanden (art. 23). Zie ook art. 140 Sr., dat straf bedreigt tegen deelneming aan bij de wet verboden vereenigingen. — Een handige leidraad bij de oprichting van ver. geeft Mr. A. E. Bles, Ver. en Naaml. venn. en hare behandeling aan het Depart. v. Justitie, Den Haag, Bh. v.h. Gebr. Belinfante. — (Zie ook ZEDELIJK LICHAAM).